DATENBANK

1585, den 11. November: Cornelis Sandelin Cornelisz., onmondig, hulde door Cornelis van Quesnoij volgens procuratie door zijn ooms Willem van Berendrecht en Jan Boot, bij dode van zijn vader Cornelis Sandelin (H, fol. 30v). Quelle: DE LEENKAMER VAN DE HOF TE WASSENAAR, 1226-1744

1589, den 18. Oktober: Jonkvrouwe Jozina Sandelin, gehuwd met Jan Boot, hulde door haar neef meester Cornelis van Quesnoij, na overdracht door Willem van Berendrecht als oudoom van Cornelis Sandelin Cornelisz. (H, fol. 46). Quelle: DE LEENKAMER VAN DE HOF TE WASSENAAR, 1226-1744

1595 Lijbeth Cornelisdr van der Dussen., vermeld bij transactie van een lijfrente te Delft 26-5-1595. 29 Zij huwde met Mr. Cornelis de Quesnoij, zoon van Jacob de Quesnoij en Lidweij Sandelin Cornelisdr.

1609, den 7. Februar: Vechter Vechtersz. te Voorschoten na overdracht door meester Cornelis van Quesnoij namens jonkvrouwe Jozina Sandelingh (I, fol. 21). Quelle: DE LEENKAMER VAN DE HOF TE WASSENAAR, 1226-1744

1612, den 14. Februar: Comp. mr. Cornelis du Quesnoij advocaat in het Hof van Holland als man en voogd van juffr. Elisabeth van der Dussen en Burger Jacobsz. van der Block burger van de stad Delft als procuratie hebbende van Maritgen Fransdr. weduwe van Cornelis Jacobsz. Schilder zijn schoonmoeder wonende tot Delft, en hebben de voorn. comparanten, te weten de voorn. Quesnoij voor twee derde en de voorn. Van der Block uit kracht van de procuratie voor een derde part, verkocht aan Doe Adriaensz. Lucq wonende tot Naaldwijk een stuk teelland leggende in de Teijlinger tienden laatst in huur gebruikt bij dezelve Doe Adriaensz. Lucq. Quelle: Historisch Archief Westland te Naaldwijk; Protocol van transporten en schuldbrieven van Zandambacht 1603 – 1617; (ora ’s Gravenzande en Zandambacht inv. 30); [6789] f. 182 :

1614, den 30. Juli: Mr Cornelis du Quesnoy advocaat voor het Hof van Holland verkoopt Arend Frederikszn. wonende in de Valk te Leiden een 3 hoekig stuk hooiland gelegen omtrent het St Nicolaas huisje, belend O de Vliet, Z de heer van Cabau, N en NO het tuintje van Christiaan Jacobszn. waard in de herberg van de Clau mitsgaders de herberg daarnaast gelegen, lest in huur geweest bij za Gerrit Claaszn. in zijn leven schout van ons ambacht, groot ca 7 hond, voor 700 gld.

Dezelfde doch nu als procuratie hebbende van Francois du Quesnoy zijn broer mitsgaders van Nicasius van Rivieren man en voogd van Maria du Quesnoy zijn zr allen erfgenamen van wijlen Liedewij Sandeling hun moeder verkopen Hendrik Joriszn. wonende Veur 2 1/2 morgen weiland, belend O het land eertijds toebehorende de Heilige Geest tot Voorschoten en door Hendrik Joriszn. daarvan gekocht, Z de Vliet en W en N Reyer Outgaart met een erfje land van de heer van Duvenvoorde, lest in huur gebruikt door Bartholomeus Dingenaarszn. aan het Schalkenbos, welk land verbonden is door een rente van 12 gld 10 st waarvoor verkoper de koper zal indemneren, voor 1800 gld. Quelle: Rechterlijk archief van Voorschoten; Inv.nr. 3; 66 und 66v

Datum decreet 1616-01-22 Decreet Willig Namen impetranten Jan Gerritszn Suicker, wonend in het ambacht Maeslant Namen eigenaren Jan Gerritszn Suicker Namen opposanten Mr. Cornelis de Quesnoy;advocaat als man en voogd van juffouw Elijsabeth van der Dussen, zijn huisvrouw. Namen kopers Jonker Justus van Rijsenburch, Heere te Rijsenburch Onroerend- en roerend goed Ambacht Maeslant;in een blok van 28 margen, daar doorgaans in het gemeen ge lant zou zijn, 13 margen lants, wei- en teelland en kooltuinen, met een recht van overpad over de oostelijke boomgaard, en belast met verschillende renten Bronverwijzing Nummer toegang: 3.03.01.01, inventarisnummer: 3315 Hof van Holland: Decreten, Verwijzing akte: 3315/1616/003