DATENBANK

1606, 29 januari, nog onder curatele staande en derhalve minderjarig

1613 - 1617 schepen van Eindhoven, kerkmeester aldaar (1619),

1619 - 1621 rentmeester van de Tafel van de Heilige Geest te Eindhoven

1620, 26 september, legt de eed af als stadhouder of luitenant-drossaard van Cranendonk,

1621 - 1651 schout van Eindhoven en Woensel

1623, 2. Oktober, "Jonker Peter Trist, executeur-testamentair van zijn vader jonker Laureijs Trist, verkoopt aan Johan (Baptist) Leijten, schout van Eindhoven, op 2 oktober 1623 voor 400 gulden "Het Paradijs". Het geheel wordt in de akte omschreven als een "huijs, hoff ende erffenisse metten stallingen, hoff ende boomgaert, gestaen ende gelegen onder Eindhoven op te Bergen, rondom watert, neffens de Dommelen"

zie GTOB (Genealogisch Tijdschrift voor Oost-Brabant) jrg 10, 1995, pg 115 auteur Henk van den Brink

1624 noemt zich JOHAN BAPTIST LEIJTEN

1629 - 1631 veelvuldig vermeld in het dagboek van bisschop Michaël Ophovius, mocht in 1644 -blijkens resolutie van de Domeinraad van de Prins van Oranje- niet worden toegelaten tot de Eindhovense schepenbank, aangezien hij zich aanmatigde op te treden als stadhouder van de drossaard, voerde vele civiele procedures, waarschijnlijk ten gevolge van de politieke reformatie in 1651 als schout van Eindhoven en Woensel afgezet, overleden tussen 7 april en 6 november 1657, gehuwd met Christina van Deursen (van Doerne), mogelijk dochter van Gevert van Deursen en Elisabeth van Aelst.

1629 genoot met zijn familie op het kasteel van Eindhoven bijzondere bescherming van prins Frederik Hendrik, woonde aanvankelijk als stadhouder met het officie van die stad op het Eindhovense kasteel en later op het huis "het Paradijs" te Eindhoven,

1644 mocht -blijkens resolutie van de Domeinraad van de Prins van Oranje- niet worden toegelaten tot de Eindhovense schepenbank, aangezien hij zich aanmatigde op te treden als stadhouder van de drossaard, voerde vele civiele procedures

1651 waarschijnlijk ten gevolge van de politieke reformatie als schout van Eindhoven en Woensel afgezet

1657 Op 6 november 1657 compareert Frans Bloemarts voor de Eindhovense notaris Deckers. Mede namens zijn mede-erfgenamen van wijlen zijn schoonvader Johan Baptista Leijten "in sijnen leven schouteth tot Eijndoven, Woensel etc.", verpacht hij aan Antonis Bartels voor de somma van 104 gulden jaarlijks een erfenis, gelegen te Strijp aan het "Venne". Boven de pachtsom dient Bartels nog jaarlijks twee vijmen dakstro te leveren om ermee het dak van het huis te dekken. Anthonij de Louwe, notaris en procureur te Eindhoven, is namens de kinderen en erfgenamen van wijlen Johan Baptista Leijten in 1658 t.o.v. de schepenbank van ´s-Hertogenbosch in een procedure verwikkeld contra Jan Bastiaens. Juffr. Clara Leijten, geassisteerd door Mr. Hendrick Gillis als haar toegevoegde momber in deze, sieur Fransois Blommerts als man en momber van juffrouw Maria Leijten; de heer Joannes Andreas Daems, doctor, als man en momber van juffrouw Elisabeth Leijten en juffrouw Johanna Leijten, geassisteerd door haar "cosijn" Johan Wouters, als haar in deze toegevoegde momber, allen als kinderen en erfgenamen van wijlen Johan Bapista Leijten, in leven luitenant-drossaard van Eindhoven en Woensel, verwekt bij juffrouw Christina van DEURSE, gaan op 27 februari 27-02-1660 met elkaar een erfdeling aan van de door hun ouders, resp. schoonouders nagelaten goederen. Francoijs Bloemarts als man en momber van Maria Leijten ontvangt dan onder meer de helft in de Genneper watermolens, "soo ende gelijck dat Margriet, wed. Jan Jacob Leijten, alle deselven in gebruijck ende onder haer culture is hebbende". Clara Leijten krijgt de wederhelft van die watermolens toebedeeld. Johanna Leijten ontvangt de ongedeelde helft van "de huijsinge in het Paradijs, metten hoff ende bonggert rontomme in het water gelegen". Doctor Daems als man en momber van Elisabeth Leijten verkrijgt de andere helft van dit huis.

stadhouder of luitenant-drossaard van Cranendonk