DATENBANK

Aktedatum: 1634-03-10 Verkopende partij: Joffrouw Sophia Pijls, weduwe van wijlen Johan van Achtervelt. Jacob Jansz. Schaij met zijn vrouw Henrickgen Pijls voor hun zelf en als gemachtigden van Willem Pijls, rentmeester van zijn Genade den heere van Brederoden. Kopende partij: Willem van *Grotelo en zijn vrouw Joffrouw Margreta Verhorst voor de ene helft. Jan Thonisz. en zijn vrouw Burchgen Saren voor de andere helft. Object: een stuk land gelegen in de Amersfoorder Engh. Belendingen 1: aan de ene zijde Jan Thonisz. met recht van armen Poth verkregen. Belendingen 2: aan de andere zijde Willem van *Groteloo, strekkende boven aan het Heetvelt en beneden aan de Utrechtsewagenwech. Opmerkingen: Grotelo wordt op verschillende wijze in deze akte geschreven. Toegangsnummer: 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811 Inventarisnummer: 436-17

Aktedatum: 1641-07-21 Verkopende partij: Peter Peelen en Goosen Jansz van Bemmel indertijd met Otto van Bladel weesmeesters, samen als voogden en Johan van Dolre en Deric van Dolre, broers, voor de nagelaten kinderen en erven van zaliger Joanna van Dolre Kopende partij: Juffrouwe Margareta Verhorst, weduwe van Willem van Grootelo en haar erven Object: huis, hof en hofstede strekkende voor van de Muurhuizen bij de Bloemendalsebinnenpoort tot aan de gedempte Singelgracht voor het huis van Gerard Thiens en de kinderen van Jonker van Lommitsum Belendingen 1: de erfgenamen van Henrickgen Goorts Belendingen 2: Wouter Petersz van Lochorst Toegangsnummer: 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811 Inventarisnummer: 436-19

Aktedatum: 1643-02-25 Verkopende partij: Mr. Jacob van Lysevoort, advocaat voor den Hove van Utrecht, gemachtigde van Juffrouwe Margreta Verhorst, weduwe van WIllem van Grootelo Kopende partij: Juffrouwe Wendelmoet van Langevelt, weduwe van Johan Broers en haar erven Object: huis, hof en hofstede in de Muurhuizen bij de Bloemendalsepoort, strekkende van 't huis tot aan de gedempte Singelgracht Belendingen 1: de erfgenamen van Henrica Goorts Belendingen 2: Wouter Petersz van Lochorst Opmerkingen: 500 gulden aan Jan Breecker zaliger, nu de weduwe en erven van zaliger Anthonis Loogen van Ruytenbeeck behorend Toegangsnummer: 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811 Inventarisnummer: 436-19

Het goed te Nijerhorst (1524: in het gerecht Stoutenburg) met alle akkers en land van de Ouderhorst aan de Zijp tussen de Engbroek en het goed te Nijerhorst doorgaat met water en weide en ‘twn’houte daarbij; de tiende grof en smal van de Nijerhorst. 18-9-1575: Gerard Arnoutsz. voor Albert van Hamersveld, onmondig, bij dode van Anton, diens vader, D fol. 43. ..-.-15..: Jan van Dam, als getuige vermeld 1579, St. Pietersgasthuis Amersfoort, nr. 142. ..-.-16..: Jacob van Dam, als getuige vermeld 1605-1617, Heerlijkheid Stoutenburg, 65-a, St. 36 Pieters, nr. 143. ..-.-1617: Margaretha Tonis, gehuwd met Jacob van Dam, vermeld, Old., 483. 15-11-1634: Willem Groottelo voor Margaretha Verhorst, zijn vrouw, bij dode van Margaretha Tonisd., gehuwd met Jacob van Dam, 38 fol. 91v-92, 19 fol. 285. 24-6-1679: Anton van der Wal, lakenkoper en burger van Amersfoort bij overdracht door Bartholomeus Hagen, notaris te Amersfoort, voor Margaretha Verhorst, weduwe Botter de Oude, M fol. 33v-35v.

Recordnr 14242 Naam Jacob van Dam (oud-schepen, borger en inwoner van Amersfoort) Echtgenoot (wed. van:) Jkvr. Margarita Anthonis Dijersdr. Akten Testament: 09-08-1635 J. van Ingen AT 002a003 folio 364 V - 366; Brieve van octroy: 03-03-1612 hof van Utrecht; Brieve van octroy: 23-02-1593 Ed. Mog. Heeren Staten van Holland en West-Friesland. Opmerkingen Jacob vermaakt al zijn bezittingen aan Wilhem van Toll (zijn neef) of bij overlijden zijn nalatende echte geboorte, voor de ene helft, en aan Jkvr. Froeijsse van Toll, weduwe van Henrick Brant (zijn nicht), of haar nalatende echte geboorte, voor de andere helft, hen hiermede instituerende tot zijn erfgenamen. Hij legateert aan:

• Jkvr. Anthonia van Dam, weduwe van secretaris Johan Toll (zijn zuster en de moeder van genoemde Wilhem en Froeijsse), de lijftocht van al zijn bezittingen;
• Arend van Steenbeeck, zoon van Jkvr. Arnolda van Dam (testateurs overleden zuster), 50 carolus guldens jaarlijks, ingaand na overlijden van testateur en van zijn zuster Anthonia van Dam. De ene helft hiervan komt ten laste van Wilhem van Toll en de andere helft van Froeijsse van Toll en hun respectieve erfgenamen. Na de dood van Arent zullen deze 50 guldens jaarlijks cesseren en "afgestorven" zijn indien hij zonder echte geboorte komt te overlijden. In het andere geval zullen de erfgenamen gehouden zijn deze 50 guldens jaarlijks uit te keren aan de echte geboorte of gezamenlijk in een keer 1.000 guldens te betalen.
• Wilhem van Toll (zijn neef), zijn gouden "signet" , zilveren zegel en clederen en linnen tot zijn lijf behorende;
• Jkvr. Froeijsse van Toll, 6 gouden knopen en een gouden turcoois ring;
• Aernt van Steenbeeck, zijn oudste rouwmantel.

Zijn overleden vrouw, Margarita, heeft mondeling aan haar dienstmaagd, Elsgen Beernts, 200 guldens vermaakt uit haar goederen en heeft haar daarop uit de gemeenschappelijke boedel 100 gulden betaald, waarvan Elsgen 50 guldens aan testateur heeft moeten terugbetalen. Jkvr. Margareta Verhorst, huisvrouw van Wilhem van Groteloo, als universeel erfgename van Margarita heeft, volgens rapport van commissarissen van het gerecht (acte 08-11-1634 bij deze notaris) en getuigen, in kracht van voornoemde belofte nog eens 100 guldens aan Elsgen betaald uit de erfenis. Elsgen zou nu dus 50 guldens tekort komen. Ondanks dat testateur bekend is met het feit dat Margarita wenste dat Elsgen 200 guldens uit haar goederen zou genieten, wil hij dat zijn voornoemde erfgenamen deze 50 guldens aan Elsgen zullen betalen uit de lijftocht van zijn voornoemde zuster Anthonia. "Behoudens zijns testateurs erfgenamen 't sij bij cessie van actie van deselve Elsgen Beernts of anders haerluyder regres ende repetitie jegens de erfgename van joffrou Margareta Dijer zaliger sonder dat nochtans sijns testateurs erfgenamen deselve 50 guldens naemaels in geene gevalle van Elsgen Beernts sullen mogen repeteren (= terugvragen)." Waarmee testateur, onverminderd voornoemde lijftocht, aan Elsgen B. deze 50 gulden legateert. Acte ter woonplaatse van de testateur. Getuigen: Dijrck (tekent: Derrick) Verburch en Henrick Heijman van Middendorp (leenmannen van de Baronije van Isselsteijn).

Recordnr 16329 Naam Jkhr. Jacob Botter Echtgenoot Jkvr. Margareta Verhorst Akten Procuratie: 30-08-1647 J. van Ingen AT 002a004 folio 197 V - 198. Opmerkingen Als man en voogd van zijn huisvrouw, machtigt hij in die qualiteit, Reynier van Ingen (secretaris van Hoochlandt), om voor hem te compareren voor de Heer Stadhouder van de Lheenhove der Baronije van IJsselsteijn en voor de leenmannen van het Lheen en aldaar van zijne Hoogheid de Prince van Orangien, als Baron van IJsselsteijn, met vrije hand, verzoeken verlenging van de leen van dat goed te Nijenhorst gelegen in het gerecht van Stoutenburg, met alle akkers en alle landen van de Oudenhorst tot aan de Sijp toe, tussen de enghbroeck en het goed te Nijenhorst, dat comparants huisvrouw sinds 15-11-1634 in leen heeft.

"Huldt, eedt en manschap van trouw" te doen en verder al het andere hetgeen hijzelf, present zijnde, zou doen.

Getuigen: Nicasius Bor en Gijsbert Joachimzn. Ruijtenbeeck.

Transportregisters in het oud rechterlijk archief, Inventarisnummer 436-22, Datum 1653-05-24 Verkoper Jan Thonisz en Burchgen Saren zijn vrouw; Jannitgen Saren, weduwe van Gerrit Thonisz met Jan Thonisz haar zwager en momber; Thonis Jansz schoonouder voor de weduwe en kinderen van Peter Saren, waarvan bij koop het recht verkregen en voor Henrickgen Saren, weduwe van Reijer Cornelisz en voor de weduwe en kinderen van Adriaen Saren; Jan Jansz Cloot en Marthen Henricksz van Kempen; mede voor hemzelf en hun andere broers, zusters en zwagers, namelijk Anna Jans, weduwe van Rutger Lambertsz en Aeltgen Jans, weduwe van Cornelis Jansz. Samen erven van Dirck Saren zaliger voor de ene helft; Reijer Jacobsz voor hemzelf en voor Fijtgen Alberts zijn vrouw. vermits haar indispositie; Annitgen Jacobs, weduwe van Henrick Thonisz met Reijer Jacobs als momber; Huijch Jacobsz, Jacob Jacobsz Swaentgen Jacobs, Jannitgen Jacobs, Reijer Petersz en Fijtgen Lamberts zijn vrouw, Reijer Gerritsz en Mechtelt Willems zijn vrouw; Elsgen Peters, weduwe van Peter Laforte; Henrick Helmichsz, zilversmid voor Weijmtgen Schappron; Joséna Spijrijncks Hoeck, stiefmoeder van Magdalena Schappron, kinderen van Claes Schappron en Anna Peters. Samen erven van Aeltgen Reijers za., voor de andere helft Koper Transporteren aan Jacob Sijmonsz, bleker, zijn vrouw en erven Omschrijving 'n kamp land genaamd Calenburch, omtrent anderhalve morgen, in het nieuwe land Belending 1 noordwaarts tot aan 't land van Gerrit Nooijen Belending 2 zuidoost: Harbert Jansz, schoenmaker Belending 3 noordwest: Peter Reijersz van Haverloo Belending 4 zuidwest: tot aan Zeechgen toe