DATENBANK

1623, den 9. September Marcellis zoon van wijlen Andries zoon van Marcellis GEVERTS bij wijlen Elisabeth zijn huisvrouw dochter van Reijnder Reijnen POTTEIJ, die daarna getrouwd was met Jacop Jans de ROIJ; Johan van den GEVEL man en momboir van Luijtgaert zijn huisvrouw dochter van wijlen Andries en Elisabeth voorsz; Cornelia en Elisabeth dochters van wijlen Henrick Andries Marcellis GEVERTS bij Catharina zijn huisvrouw dochter van wijlen Mr Marten MOONS, raadsheer van 's-Hertogenbosch; Mr Peeter Joachim VERSCHUEREN man en momboir van Catharina zijn huisvrouw dochter van Henrick en Catharina voorsz, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Elisabeth Reijnder Reijnen POTTEIJ, hun moeder, resp. grootmoeder: Rosmalen, Littoijen; renten, pachten en chijnsen. Quelle: RA 1523 9.9.1623 f 432

1626, den 14. Oktober Marcelis z.w. Andries Marceliss Gevers, Jan Jans van der Gevel man van Luijtken d.w. Andries Marcelis voors. bij w. Elizabeth d. Reijner Reyners Potteij en Joost z.w. Diercx van Berckel man van Cornelia d.w. Henricx z.w. Andries Marcelis en Elisabeth ook voor mr Peeter Verschueren man van Maria ook dr w. Henricx Andriess en Elizabeth jeec 4 ka gld 4 st op 15 februari uit - een hoeve lants in de parochies van Otw en Haaren tpl. aan de Gevel nl. uit de huysinge andere timmeringen gronden ackerlanden weylanden hoylanden heijlanden houtwassen andere rechten welke hoeve Maijcke hvr Dierck Jans [=Jacob] Henricx verkoper des cijns is aanbestorven en aangedeeld in weduwestoel na dood Henricx van Engelen haar eerste mans door dood van haar moeder wede Jan Henricx Willems en zoals Jacop Peters als laet gebruikte welke cijns Dierck z.w. Jacobs Henricx Filters man van Marijken d.w. Jan z. Henricx Willems verkocht aan Elisabeth d. Reijner Reijners Potteije voorn. 15-2-1611 opgedragen mr Wouter van Stiphout tbv Brants of Vlemans Gasthuijs Quelle: 1626 oktober 14 sH,R.1503,21

1628 Akte van overdracht, verleden voor schepenen 's-Hertogenbosch, door Peter Verschueren, chirurgijn in Tilburg, als man Maria, en Joost Dieriks van Berkel, als man Cornelia, beide dochters wijlen Henrik, zoon wijlen Andries Marcelis van Orten en wijlen Elisabeth, dochter wijlen Reijnder Potter, bovengenoemd, hun oom, voor ene helft, en aan Johan van de Gevel, als man Luitgaart, dochter wijlen Andries en Elisabeth voornoemd, hun tante, voor andere helft, van 1/3 in 'Meester-Lambrechtshoeve' onder Heeze op 'Creyelt', welke 1/3 deel zij geërfd hebben krachtens testament van Elisabeth voornoemd, in 2e echt gehuwd met Jacob Jans van Rode, 1619 en 1628 Quelle: 284 Heerlijkheid Geldrop, 1535 - 1860

1637, den 25. August Inventaris van de goederen van wijlen Johan van de GEVEL de Ouden, koopman, te 's Hertogenbosch en Lucretia van ORTTEN, weduwe van Johan voorsz, op verzoek van Hendrik van den GEVEL en Helena van OPHOVEN de Jonge, koopman te Antwerpen, door schepenen van 's- Hertogenbosch geauthoriseerde curatrice van haar onmondige kinderen op 4.3.1644 - haar dochter Maria van den GEVEL is inmiddels meerderjarig geworden - verder haar minderjarige kinderen Michiel en Isabella, waarover tot voogden gesteld zijn Joost van BERCKEL en Reijnder IJgroms LEENHOUWER, aangesteld op 11.2.1645 en op verzoek van Hendrik van den GEVEL en Maria van den GEVEL, meerderjarige kinderen en de voogden over de twee minderjarige kinderen, alles krachtens de testamenten van Johannes en Lucretia, gepasseerd op resp. 3.7.1635, 22.5.1637, 25.8.1637 en 23.1.1644. Er is zeer veel bezit. Quelle: N 2260 29.3.1645 f 57

1645, den 29. März Inventaris van de goederen van wijlen Johan van de GEVEL de Ouden, koopman, te 'sHertogenbosch en Lucretia van ORTTEN, weduwe van Johan voorsz, op verzoek van Hendrik van den GEVEL en Helena van OPHOVEN de Jonge, koopman te Antwerpen, door schepenen van 's-Hertogenbosch geauthoriseerde curatrice van haar onmondige kinderen op 4.3.1644 - haar dochter Maria van den GEVEL is inmiddels meerderjarig geworden - verder haar minderjarige kinderen Michiel en Isabella, waarover tot voogden gesteld zijn Joost van BERCKEL en Reijnder Ijgroms LEENHOUWER, aangesteld op 11.2.1645 en op verzoek van Hendrik van den GEVEL en Maria van den GEVEL, meerderjarige kinderen en de voogden over de twee minderjarige kinderen, alles krachtens de testamenten van Johannes en Lucretia, gepasseerd op resp. 3.7.1635, 22.5.1637, 25.8.1637 en 23.1.1644. Er is zeer veel bezit. Quelle: N 2260 29.3.1645 f 57

1645, den 31. März Staat en inventaris van het sterfhuis van Lucretia de POTTER alias van ORTEN, weduwe van Johan van de GEVEL den Ouden, te 's-Hertogenbosch. Quelle: N 2260 31.3.1645 f 231

1646, den 30. Juni Henric zoon van wijlen Jan van den GEVEL de Oude bij Lenaertken zijn huisvrouw dochter van wijlen Andries van ORTEN alias de POTTERE en Joost van BERCKEL en Reijnier IJgroms van RUEREMOND gemachtigd van Maria dochter van wijlen Jan van den GEVEL de Jonge, ook zoon van Jan van den GEVEL de Oude bij Lenaertke voorsz, voor schepenen van Antwerpen op 19.1.1646; Joost voorsz met Reijnier voorsz momboirs over IJsabella minderjarige dochter van Jan van den GEVEL de Jonge, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen Jan van den GEVEL de Oude en Lenaertken van ORTEN: te Nuland en Berlicum. Quelle: R 1567 30.6.1646 f 65

JAN VAN DEN GEVEL, de oude, ovl. vóór 1642, te ‘s-Hertogenbosch, koopman, tr. met LUCRETIA VAN ORTEN, genoemd DE POTTERE, ovl. na 1642, dochter van ANDRIES sone MARCELIS GEVERTS DE CANGIETER. Kinderen uit dit huwelijk, o.a.:

1. HENDRIK.
2. JAN, volgt I.
3. MICHIEL.

Jan Jansen van den Gevel was een welvarende Bossche linnenlakenkoopman, die veel onroerend goed, cijnzen en pachten in en rond ’s-Hertogenbosch bezat. Vanaf 1605 woonde hij in het huis ‘In de Drie Roosen’ aan de Schapenmarkt. Hij was getrouwd met Luytgart of Lucretia, een dochter van Andries Marcelis Geverts van Orten en Elisabeth Reyners Potteye. Zij overleefde haar man enkele jaren en overleed tussen 1639 en 1645. Twee van hun zonen trouwden met dochters van Nicolaes van Ophoven, een broer van Michael Ophovius, de laatste Bossche bisschop voor de val van de stad in 1629. Jan van den Gevel junior huwde met Henrica van Ophoven, vestigde zich als koopman te Antwerpen, alwaar hij in 1627 overleed. Henrick van den Gevel, op 25 november 1603 gedoopt in de Sint-Jan, trouwde met Anna van Ophoven († 20-9-1656) en was wijnkoopman te ’s-Hertogenbosch. Een derde zoon, Andries, werd op 4 februari 1602 in de Sint-Jan gedoopt. 1.

Laatstgenoemde kooper verkocht het Wapen van Kleef in 1555 (Reg. n°. 198 f. 28) aan Godefridus Buysen Henricksm., welke van zijne vrouw Barbare N. deze kinderen had Goyart; Antonia huisvrouw van Reynier Potteye Reinierszn,; Mechteld huisvrouw van Gerardus Brants Gerardszn. en Leonarda huisvrouw van Christophorus Cam. Deze kinderen verkochten 7 December 1583 dat huis aan Gerard Loeckemans Petruszn. Diens weduwe Agnes verkocht het 23 September 1588 (Reg. n°. 245 f. 327) weder aan Petrus van Empel Petruszn, die het op zijne beurt 1 Maart 1590 (Reg. no. 241 f. 431) verkocht aan Jacob van Rode Janszn. Later behoorde het aan a. Marcelis Andrieszn. van Orthen, die gehuwd was met 1°. Heylwich Adriaen Goyarts en 2°. Anna, dochter van Joost Hermanszn. de Bye en b. Lucretia, weduwe van Jan van den Gevel. Ida, dochter van genoemden van Orthen en diens eerste vrouw, zynde zij eerst weduwe van den kapitein Willem Brog, en nu huisvrouw van den luitenant Franchoys Chatvelt, verkocht 20 October 1640 (Reg. no. 384 f. 29) de onverdeelde helft in dit huis aan genoemde weduwe van den Gevel, die hare moei was en daarvan reeds de wederhelft bezat; het heette toen al het Wapen van Kleef. Haar zoon Hendrick van den Gevel erfde van haar dit huis, dat hij 13 November 1669.